Hoe om te gaan met moeilijke werknemers

Is dit jou ooit overkomen? Een werknemer die simpelweg niet functioneert, ze zijn niet snel genoeg, ze zijn niet nauwkeurig, ze kunnen niet opschieten met anderen, ze begrijpen geen instructies enzovoort. Er zijn veel manieren waarop een inefficiënte werknemer het je leven moeilijk kan maken en je productiviteit naar beneden kan brengen. Weet jij wanneer het ’t beste is om ze te houden en wanneer je ze beter kan laten gaan?

Zoals bijna elke werkgever weet, is iemand ontslaan een van de moeilijkste taken. In feite zullen veel mensen een arme werknemer op de loonlijst houden, lang nadat al duidelijk is dat de productiviteit eronder lijdt, simpelweg omdat ze niet iemand willen ontslaan. Niemand wil immers de slechterik zijn en soms heeft het een negatieve invloed op iemands leven.

Maar wat nou als je die onproductieve werker zou kunnen redden?

De moeilijke werknemer: wanneer is het oké om iemand te ontslaan?

Een van de meest belangrijke dingen die je moet onthouden over je werknemers:

De meeste mensen zijn bereid hun best te doen. Veel klachten komen voort uit misverstanden, niet uit wangedrag.

Als je ooit in de positie bent gekomen waarin iemand je acties of motivaties verkeerd begreep, dan kun je het standpunt van de werknemer begrijpen. Ieder verhaal heeft twee kanten, totdat je ze allemaal hebt gehoord, heb je wellicht niet alle informatie die je nodig hebt om een juiste beslissing te nemen.

Als het erop lijkt dat iemand problemen veroorzaakt in een deel van je bedrijf, duik er dan in en onderzoek het grondig. Het is (gelukkig) erg zeldzaam dat iemand kwaadaardig is of zich misdraagt. Zoek uit wat er aan de hand is en bekijk het vanuit het oogpunt van de werknemer voordat je maatregelen treft.

Dus, wanneer ontsla je iemand en wanneer blijf je het aanhouden?

Personeel kun je verdelen in drie categorieën. De eerste categorie is het waard om er wat tijd in te steken, de andere twee niet. Wat zijn zij dan?
• Degenen die bereid en zelfs enthousiast zijn om te werken.
• Degenen die niet willen werken en echt lui en ambitieloos zijn.
• Degenen die er enkel op uit zijn problemen te veroorzaken. Gelukkig zijn deze mensen zeldzaam.

Hoewel er drie typen werknemers zijn, zijn er slechts twee oplossingen:

• Als ze bereid zijn te werken, gebruik dan communicatie, begrip en training om hun competentie en waarde voor het bedrijf te vergroten.
• Als ze niet werken of problemen willen veroorzaken, laat ze dan gaan.

Hoe weet je wat de ware intenties van een werknemer zijn?

Persoonlijkheidsconflicten, meningsverschillen en misverstanden komen vaak voor, maar een goede leider kan vaak helpen bij het bewerkstelligen van samenwerking, overeenstemming en de bereidheid om met anderen samen te werken.

Sommige werknemers kunnen fel onafhankelijk zijn en moeilijk in de omgang. Verwar dit niet met verzet tegen de superieuren! Zo kunnen enkele van de meest efficiënte en creatieve werknemers slechte sociale vaardigheden hebben. Toch hebben ze je bedrijf wellicht nog veel te bieden.

Er is één belangrijk ding om naar te kijken bij het evalueren van een ‘probleem’ medewerker, namelijk: Hoe pakken ze problemen aan, is dat met een houding van ‘kan’ of ‘kan niet?

Je kunt hoogstwaarschijnlijk wel raden welke potentieel succes betekent en welke problemen veroorzaakt.

De beslissing maken over wanneer je iemand moet ontslaan

Misschien heb je iemand in de verzendruimte werken die regelmatig voorraden verliest, pakketten verkeerd inpakt, de lunch van anderen uit de koelkast haalt en een half dozijn klachten per dag lijkt te genereren. Vroeg of laat vind je het personeelsdossier van deze persoon op je bureau. Wat doe je?

Ga zitten en luister. Hoe ziet deze werknemer het probleem? Wat speelt er in zijn ogen allemaal en welke mogelijke oplossing hebben zij?

• Misschien zegt deze werknemer tegen jou: “Ik weet dat ik mijn taken niet goed uitvoer. Ik slaap thuis niet veel want we hebben pasgeleden een kind gekregen. Ik stel voor dat ik wellicht ‘s middags een wat langere lunchpauze krijg om een dutje te gaan doen en dan werk ik wat langer door. Bovendien zag ik een trainingsprogramma dat ik zou kunnen volgen op eigen kosten, zodat ik efficiënter te werk kan gaan.”

• Of deze werknemer zegt misschien wel het volgende: “Het is echt niet mijn fout. Ik krijg thuis niet genoeg slaap door de nieuwe baby en mijn andere kinderen laten me ’s avonds niet met rust.” Of, “het is onmogelijk om samen te werken met de leidinggevende”, of “ik kan het nieuwe verzendbeleid niet volgen.”

Wie wil je in je team hebben? De ‘zou kunnen, wellicht, kan en wil’ werknemer? Of de ‘kan niet, zal niet, onmogelijk’ werknemer?